Bloembollen
19 feb 2016BLOEMBOLLEN : Een stille belofte.
Het leuke aan het planten van bloembollen is dat je in het voorjaar er pas weer aan herinnerd word dat je dat gedaan hebt. Dan krijg je ineens zoiets van: O, ja, ik wist niet eens dat ik deze soort ook geplant had of: Wat komt daar nou boven, even afwachten maar!
Het hedendaagse bloembollenassortiment houdt heel wat meer in dan de meest bekende tulpen en narcissen soorten. Neem alleen de Allium familie maar even als voorbeeld. Van piepklein 15 cm tot reuze bollen van ruim 1,5 mtr. hoog. Van dit omvangrijke geslacht zijn al meer dan 300 soorten bekend. Ook van veel andere soorten bloembollen o.a. tulpen en narcissen worden nog steeds nieuwe rassen ontwikkeld.
WAAR OP TE LETTEN BIJ AANSCHAF:
Belangrijk is dat de bol hard aanvoelt en vrij is van uiterlijke schimmelsporen. Dit zou kunnen betekenen dat de bol is aangetast door ziekte of nog erger rot.
Ten tweede, soms worden bollen aangeboden die al volop aan het uitschieten zijn. Deze kunt u ook beter niet aanschaffen. Waarschijnlijk hebben ze te warm gelegen waardoor de groei al op gang is gekomen en de kwaliteit snel achteruit gaat.
WANNEER PLANTEN:
Hoe vroeger een bol bloeit, hoe vroeger u hem moet planten. Het vroegbloeiende sneeuwklokje behoort eerder geplant te worden dan een laat tulpensoort. Gemiddeld genomen kunt u planten van begin september tot eind november. Vroeg planten heeft een bijkomend voordeel dat de grond nog warm is (tussen de 5 en 10 graden C ) en er sneller een mooi wortelgestel gevormd is.
PLANTDIEPTE:
Als vuistregel kunt u aanhouden, 2 x de doorsnede van de bol is de diepte dat deze geplant moet worden. Voorbeeld: Een tulpenbol van ca. 4 cm moet dus ongeveer onder 8 cm aarde gestopt worden. Op zandgrond mag het nog iets dieper vanwege het evt. kunnen uitdrogen van de bollen. Uitzondering: Sneeuwklokjes moeten diep geplant worden, a. ze zijn gevoelig voor droogte en b. ze worden snel beschadigd. Planten graag ca. 10 cm diep.
HOE TE PLANTEN:
Voor een natuurlijk effect strooit u de bollen gewoon met de hand uit en waar ze neerkomen plant u ze. Soms kan aanplanten in grote groepen fraai zijn bv. bij narcissen of tulpen. Als regel geldt, hoe kleiner de bol (bloem) hoe meer u nodig heeft voor het bereiken van enig effect.
VOORBEREIDING OP HET PLANTEN:
Maak de grond los d.m.v. licht spitten. Strooi evt. wat fijn zand door de bovenlaag voor een goede drainage. Dit voorkomt dat de bollen gaan rotten. Meng evt. bij slechte grond wat goede compost door de bovenlaag. Plant daarna in groepen of strooi de bollen uit de hand. Druk de aarde lichtjes aan en geef bij droog weer direct na het planten water.
FABELTJE: Strooi of plant nooit aan met turfstrooisel zoals vaak wordt aanbevolen. Dit vormt al snel een natte koek of deken op of rond de bollen en de bollen zullen veel sneller schimmelen en/of bevriezen!!!
IN VOLLE GROND OF IN POT:
In beide gevallen kunt u veel plezier hebben van bloembollen. In pot hebben ze echter wel wat meer verzorging nodig dan in de volle grond.
Zorg voor een goede drainage onder in de pot d.m.v. potscherven of kleikorrels. Gebruik goede verse potgrond. Hierin bevinden zich geen rest van plantenresten, schimmels of bacteriën. Bij aanhoudende vorst de potten bijeenzetten of beschermen met jute of vliesdoek om te voorkomen dat de bollen bevriezen. In pot zijn de bollen kwetsbaarder dan in de volle grond.
WEL OF NIET BEMESTEN:
In een natuurlijke tuin waar in het najaar blad blijft liggen vormt zich al snel een gezonde bodem met daarin de benodigde voedingstoffen . Toch is het raadzaam wat organische mest te strooien of aan de potgrond toe te voegen. Zo zullen de bollen beter bloeien, niet uitgeput raken en zich zelfs kunnen vermeerderen door middel van broedbolletjes. Een goede meststof is bv. Culterra of gedroogde koemestkorrels. Strooi de helft van de bemesting voor of tijdens het planten en de andere helft na de bloei. Dit omdat de bol pas gaat groeien en zich vermeerderd na de bloei.
TIP:
Als de bollen zijn uitgebloeid rest vaak lelijk verdord loof. Kom niet in de verleiding om dit weg te knippen. U ontneemt daarmee reservevoedsel dat door de bol wordt onttrokken aan het blad en nodig is voor het komende seizoen. Plant daarom bollen tussen vaste planten en heesters die het lelijke loof aan het oog onttrekken. Afstervende bollen in pot kunt u rustig op een plek in de schaduw laten afsterven.
APARTE SOORTEN:
Experimenteer eens met bijzondere soorten. Dit geeft vaak verrassende resultaten en u zult zien dat bollen een serieuze aanwinst zijn voor uw tuin.
o.a.- Allium sativum ophioscorodon (aesculaap-ui)
– Allium schubertii
– Tulipa ‘Green Spring’
– Tulpipa ‘Black Parrot’
– Narcis ‘Rip van Winkle’